Regelbare roosters en ventielen voor ventilatie

Laatst bijgewerkt: 04/07/2022

Er bestaan tal van roosters en ventielen voor ventilatie. Zie je door de bomen het bos niet meer? We zetten enkele aandachtspunten op een rijtje!

Roosters

Voor ventilatie moeten de roosters voor natuurlijke toevoer in verschillende standen kunnen ingesteld worden. Tussen open en dicht moeten minstens drie tussenstanden zijn. Van deze toevoerroosters is de capaciteit bekend bij 2 en 10 Pa. Dit specifieke debiet, gemeten in een laboconditie, is bekend via de producent/fabrikant van het rooster, de EPB- databank of de EPB-software. Het ventilatiesysteem C combineert deze regelbare toevoeropeningen met mechanische afvoer. Uitzonderlijk worden in Vlaanderen roosters voor natuurlijke afvoer toegepast.

Ventielen

Naast de roosters bestaan er heel wat ventielen voor mechanische toevoer en afvoer. Het ene ventiel is het andere niet. De verschillen zitten vooral in de esthetiek, de kostprijs, de inregelbaarheid, het materiaal, de akoestische prestaties, het onderhoud, het installatiegemak en een luchtdichte verbinding met de kanalen.

Om een vereist debiet voor een lokaal te realiseren met de garantie op voldoende akoestisch comfort ligt het debiet per ventiel, en dus ook het aantal ventielen in een lokaal, aan de basis van een goede uitvoering. Hoe hoger het debiet ter plaatse van een ventiel, hoe hoger het plaatselijk drukverlies en hoe groter wellicht ook het energieverbruik in de installatie, maar tegelijk is er ook een toename van het installatielawaai. Het is mogelijk om de afvoer in een keuken van 75m3/h te halen met één ventiel, maar de keuze voor twee ventielen is te overwegen of zelfs aan te raden bij drukgestuurde installaties. De vormgeving van de ventielen maakt ook dat het plaatselijk drukverlies verschillend is.

Veel ventielen kunnen voor elk ventilatiesysteem van A tot D aangewend worden. Soms kan ook eenzelfde type ventiel gebruikt worden voor de inregeling van toevoer en afvoerdebieten. Afhankelijk van het concept van de installatie kunnen de debieten worden bijgesteld met kleppen ter hoogte van het ventilatietoestel, met ringen bij de verdeelboxen of aan het ventiel en vergrendeld in de gekozen positie. Telkens leidt een aanpassing van het drukverlies tot een gewijzigd ventilatiedebiet ter hoogte van het ventiel.

Voor de installateur kan het gemakkelijk zijn om eenzelfde type ventiel te voorzien voor zowel toevoer als afvoer bij het ventilatiesysteem D. Bijna alle ventielen zijn regelbaar. Het voordeel bij de keuze van een ventiel met meerdere inregelstanden is heel belangrijk. De kans is echter groot dat na de oplevering van de installatie de bouwheer of de schilder alle ventielen tijdelijk verwijdert om de afwerking van de wanden of het plafond uit te voeren. Wanneer dan de inregelstand, het lokaal en de positie van het ventiel in het lokaal op het ventiel is genoteerd, moet achteraf niet opnieuw ingeregeld worden.

Bij de keuze van de ventielen wijzen fabrikanten/producenten op de specifieke kenmerken zoals het aantal vergrendelbare standen, de mogelijkheid voor toepassing op toevoer en afvoer, de akoestische prestatie en de drukverliezen en de verschillende designs.

Op elk kanaal past wel een ventiel…