Waarin verschilt werken in bouwteam van het klassieke bouwproces?

Laatst bijgewerkt: 28/06/2017

Het klassieke bouwproces wordt gekenmerkt door een chronologische opsplitsing van de bouwfuncties. De opdrachtgever bespreekt zijn bouwwensen met de architect. Er wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd die wordt vertaald in een projectdefinitie en een programma van eisen. De architect maakt een schetsontwerp en, na goedkeuring door de opdrachtgever, een voorontwerp. Afhankelijk van het project vraagt de architect het advies van gespecialiseerde ingenieurs of adviseurs: constructies, klimaatregeling, akoestiek, verlichting, energie, passiefconstructie, … Voor zijn prijsraming contacteert hij eventueel al een of meerdere aannemers.

De architect maakt het definitieve ontwerp en stelt het bestek en de bijhorende tekeningen op. Op basis van deze documenten krijgt een aantal aannemers een offerteaanvraag. De opdrachtgever sluit een aannemingscontract af, hetzij voor algemene aanneming met of zonder onderaanneming, hetzij voor gesplitste aanneming.

De aannemer bereidt het project voor en voert het uit volgens de richtlijnen van de ontwerper. De architect controleert de werken.

Typisch voor een bouwteam is de multidisciplinaire coördinatie van ontwerp en uitvoering. Al in de ontwerpfase brengen, afhankelijk van de samenstelling van het team, opdrachtgever, ontwerpers (architect, interieurarchitect, landschapsarchitect), adviseurs (stabiliteit, energie, akoestiek, brandveiligheid, …), aannemers (ruwbouw, installaties & technieken, …) en eventueel andere partijen (veiligheidscoördinator, …) hun deskundigheid in. Ze streven samen naar een ontwerp dat zo goed mogelijk geïntegreerd is met de uitvoering.