Risicoanalyse: korte toelichting

Laatst bijgewerkt: 29/11/2018

Het opstellen van een bedrijfseigen risicoanalyse wordt opgelegd in het kader van de reglementering tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (veiligheidscoördinatie) en in het ARAB (Welzijnswet)

De risicoanalyse moet gebeuren op verschillende niveaus:

  • de organisatie in haar geheel,
  • elke groep van werkposten of functie, en
  • op het niveau van het individu.

De elementen die in een risicoanalyse terugkomen zijn steeds de volgende:

  • de verschillende activiteiten in deelactiviteiten opsplitsen (‘taakanalyse’);
  • per deelactiviteit de mogelijke risico’s (“wat kan er allemaal mislopen?) inventariseren. Er moet nagegaan worden welke de mogelijke risico’s zijn voor de mens (werknemers, voorbijgangers,…), uitrusting (machines, toestellen,…), de omgeving (lawaai, weersomstandigheden,…) en producten;
  • de risico’s moeten geëvalueerd worden. Hoe ernstiger het risico, hoe sneller de nodige acties moeten ondernomen worden. Deze evaluatie kan op verschillende manieren gebeuren (bv. Kinney-methode);
  • bij elke risico moeten mogelijke preventiemaatregelen opgesomd worden waarbij de volgende, wettelijk bepaalde hiërarchie, moet gevolgd worden: eerst maatregelen die erop gericht zijn het risico te elimineren, vervolgens maatregelen om het risico te beperken of om de mogelijke schade tot een minimum te beperken.

Risico-evaluatie mag geen éénmalig proces zijn. Het is een dynamisch proces dat opnieuw moet gebeuren telkens een verandering op de werkplek wordt ingevoerd, waardoor het (de) risico(’s) kan (kunnen) veranderen. Bijzondere momenten waarop in ieder geval een risico-evaluatie moet gebeuren, zijn:

  • bij de invoering van nieuwe processen;
  • bij de ingebruikname van nieuwe uitrusting of materialen (arbeidsmiddelen en producten);
  • bij de veranderingen in de organisatie van het werk (procedures en werkmethoden);
  • bij de invoering van nieuwe werksituaties, zoals nieuwe werkplaatsen of andere gebouwen;
  • bij de tewerkstelling van nieuwe werknemers;
  • telkens wanneer een ongeval of een bijna-ongeval gebeurd is.

Bij een mogelijke controle door de Dienst Toezicht Welzijn op het werk kan gevraagd worden om die schriftelijke risicoanalyse voor te leggen.

Voor meer info en advies of hulp bij het opstellen van de risicoanalyse kunnen Bouwunie-leden terecht bij Luc Proesmans, adviseur sociale zaken en veiligheid.

OiRA

Eind 2015 lanceerden de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) en het Belgische Focal Point van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) het risicoanalyse-instrument OiRA voor de bouwsector.

Deze online tool geeft kleine bouwondernemingen de mogelijkheid om de risico’s inzake welzijn op het werk (o.a. veiligheid en gezondheid) te beoordelen waarmee zijzelf en hun personeelsleden geconfronteerd worden.

OiRA Bouw kwam tot stand door een intensieve samenwerking tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de bouwsector (waaronder Bouwunie), navb-cnac Constructiv, Prevent en de FOD WASO.

Verdere info vindt u op de OIRA-website: www.oiraproject.eu

Bouwunie-leden kunnen voor meer info terecht bij Luc Proesmans, adviseur sociale zaken en veiligheid.