Algemeen Waterverkoopreglement: nieuwe afspraken voor aftakking en binneninstallatie

Op 24 mei 2019 heeft de Vlaamse Regering de wijzigingen aan het Algemeen Waterverkoopreglement, ook wel het AWVR genoemd, goedgekeurd. Deze aanpassingen gaan van kracht in drie fasen: op 1 juli 2019, op 1 januari 2020 en op 1 januari 2021.

Op 1 januari 2020 gaan er enkele wijziging van kracht die interessant zijn voor de aannemers en bouwheren. Het gaat om bepalingen over de aftakking (artikel 6) en de binneninstallatie (artikel 7). Hieronder vindt u enkele relevante artikels die toegevoegd of gewijzigd zijn.

Wijzigingen voor de aftakking

§ 1

“Bij de aanvraag voor een aftakking met een watermeter met een diameter van 40 millimeter of meer, kan een capaciteitsberekening noodzakelijk zijn, die moet aangeven of de goede werking van het waterdistributienetwerk al dan niet in gedrang komt. De exploitant kan voor de uitvoering hiervan een éénmalige vergoeding aanrekenen.”


“als een aftakking gebruikt wordt voor de brandbestrijding, dan wordt de meest geschikte uitvoeringswijze bepaald in overleg met de exploitant rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden, de wettelijke verplichtingen en de opgelegde eisen van de brandweer.”

“als er waterlevering is ten behoeve van één of meerdere afzonderlijke eenheden van het gebouw, kan de exploitant, in functie van de aanrekening van het waterverbruik, eisen dat voor de waterlevering aan deze afzonderlijke eenheden minstens één watermeter wordt geïnstalleerd. Onder een afzonderlijke eenheid wordt in dit artikel verstaan een eenheid van een gebouw die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk gebruikt te worden en geen wooneenheid zijn.”

“de aanvrager brengt, voor de plaatsing van de watermeters of voor de keuring, een label aan waarop duidelijk de wooneenheid en desgevallend het appartementsnummer en busnummer, vermeld staat die aangesloten is of zal zijn op de watermeter.”

‘De verplichting voor een individuele bemetering geldt niet voor:

  1. voorzieningen binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin die instaan voor residentiële opvang en begeleiding. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en voor het gezondheidsbeleid, kan een lijst opstellen met daarop de bedoelde voorzieningen.
  2. wooneenheden of afzonderlijke eenheden die uitsluitend gebruikt worden in kader van een toeristische logies, zoals bedoeld in het decreet houdende het toeristische logies van 5 februari 2016.
  3. wooneenheden of afzonderlijke eenheden die uitsluitend gebruikt worden in kader van studentenhuisvesting.

De aanvrager vraagt de uitzondering aan bij de exploitant met de nodige stavingsdocumenten. Bij het wegvallen van het recht op een uitzondering op de verplichting tot individuele bemetering, is een overschakeling naar een individuele bemetering per wooneenheid verplicht.”;

§5

‘Het traject van de aftakking op privé-eigendom moet vrij zijn van enige constructie, niet-wegneembare bekleding of beplantingen, of moet in een mantelbuis geplaatst worden zodat de exploitant zonder moeilijkheden aan de aftakking kan werken. De mantelbuis van de aftakking mag alleen daarvoor gebruikt worden. Als de aftakking voor een gedeelte binnen het gebouw loopt, moet ze zichtbaar en gemakkelijk toegankelijk blijven’

“De plaats waar de watermeteropstelling wordt geplaatst wordt in overleg tussen de aanvrager en de exploitant en afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden bepaald. Bij het bepalen van die plaats wordt rekening gehouden met onder meer de volgende criteria:

  1. het risico op een langdurige stilstand van het water in de aftakking voor de watermeter;
  2. het verzekeren van de vlotte toegankelijkheid;
  3. de mogelijkheid om de noodzakelijke inventarisatie, controle -en onderhoudstakenuit te voeren;
  4. het risico op lekken.


De meterput of het lokaal moeten voldoen aan de richtlijnen van de exploitant.”

Wijzigingen voor de binneninstallatie

§1
“de klant of titularis dient rekening te houden met alle gebruikte materialen van de aftakking bij het ontwerp en de materiaalkeuze van zijn binneninstallatie. De exploitant levert, op vraag van de klant, hiertoe passend advies”

“voor elk toestel met specifieke debietvereiste dat wordt aangesloten op de binneninstallatie, dient de klant respectievelijk de titularis, na te gaan of de aftakking en de watermeter het gewenste debiet kunnen leveren. De exploitant levert, op vraagt van de klant, hiertoe de nodige informatie.”

§2

“Bij nieuwbouw wordt de binneninstallatie zo geïnstalleerd dat individuele bemetering conform artikel 6 mogelijk is.

Om de beoogde individuele bemetering mogelijk te maken, worden in voorkomend geval met de exploitant de nodige afspraken gemaakt. De afspraken hebben betrekking op:

  1. de exacte locatie waar de watermeters in het gebouwen kunnen worden opgesteld, …
  2. het vastleggen van de grens tussen het openbaar waterdistributienetwerk en de binneninstallatie
  3. de beveiliging van het openbaar waterdistributienetwerken tegen terugstroming vanuit het collectieve deel van de BI en de opvolging en aanrekening van het collectieve waterverbruik”


“Bij de vaststelling van een inbreuk op de verplichting tot individuele bemetering weigert de exploitant de verbinding van de binneninstallatie met het openbaar waterdistributienetwerk. Als er al feitelijk wordt gebruikgemaakt van de waterlevering in de wooneenheden, legt hij in overleg met de klant of de titularis vast binnen welke termijn de individuele bemetering gerealiseerd moet worden. Als de noodzakelijke aanpassingswerken aan de binneninstallatie niet binnen de afgesproken termijn zijn uitgevoerd, kan de exploitant de verbinding van de binneninstallatie met het openbaar waterdistributienetwerk ongedaan maken waarbij er in het onroerend goed ten minste één afnamepunt voor water bestemd voor menselijke consumptie behouden wordt. Bij verzet van de titularis of de klant tegen die handelingen kan de exploitant een aanvraag tot begrenzing van het debiet of afsluiting van de waterlevering in het onroerend goed indienen bij de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu. De effectieve begrenzing van het debiet of de afsluiting van de waterlevering wordt uitgevoerd op bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu. De bepalingen over de kennisgeving aan de klant en de verbruikers, vermeld in artikel 5, zijn van toepassing.”

§3

De plaatsing van een drukverhogingsinstallatie vereist een voorafgaande toelating van de exploitant waarbij die nagaat of eren impact op de goede werking van het openbaar waterdistributienetwerken kan zijn ten gevolge van de plaatsing van de drukverhogingsinstallatie. Een capaciteitsberekening kan nodig zijn. De exploitant kan daarvoor kosten aanrekenen.

Meer weten?

De volledige tekst van het besluit vindt u terug op de website van de Vlaamse Regering

Pas op 1 januari 2020 zal de nieuwe gecoördineerde versie online staan op de website van de VMM.

Voor verdere vragen kan u terecht bij uw waterbedrijf.