Simuleer de opzegtermijn van een bouwvakarbeider

Sedert 1 januari 2018 zijn nieuwe en langere opzegtermijnen van kracht voor bouwvakarbeiders die vallen onder het paritair comité 124. Dit wil zeggen dat vanaf die datum een nieuwe berekeningswijze geldt voor de opzeg van bouwvakarbeiders, waarbij het scharniermoment 1 januari 2014 erg belangrijk is.

De opzegtermijn van een bouwvakarbeider die in dienst trad vóór 1 januari 2014 bestaat uit 2 delen.

• Deel 1: een opzegtermijn, uitgedrukt in kalenderdagen, op basis van de anciënniteit opgebouwd vóór 1/01/2014 en berekend aan de hand van de opzegregels van toepassing voor die datum;
• Deel 2: een opzegtermijn, uitgedrukt in weken, op basis van de anciënniteit opgebouwd vanaf 1/01/2014 en berekend aan de hand van de nieuwe opzegregels.

Is de arbeider in dienst getreden vanaf 1 januari 2014 of nadien dan wordt de opzegtermijn, uitgedrukt in weken, berekend volgens de nieuwe opzegregels.

Alternatief voor afgeschafte proefperiode

Vanaf 1 mei 2018 werden de opzegtermijnen opnieuw gewijzigd: de relancewet van 26 maart 2018 voorziet in aangepaste opzegtermijnen bij een ontslag door de werkgever in de eerste zes maanden van een arbeidsovereenkomst (als alternatief voor de afgeschafte proefperiode).
De opzegtermijnen bij een ontslag uitgaande van de werknemer wijzigen niet.

Nieuw sinds 28 oktober 2023

Wanneer de werknemer (arbeider of bediende) die vóór 1 januari 2014 in dienst is getreden, zijn ontslag geeft, mag de opzegtermijn voortaan maximum 13 weken bedragen.