Binnenkort mag iedereen een bouwbedrijf starten. Vlaamse regering schaft vestigingswet af.

Consument is grootste dupe.
Want hoe weet je nu of de aannemer die je woning bouwt of een muurtje afbreekt daar de juiste kennis voor heeft?

De Vlaamse regering schaft per 1 januari 2019 de vereiste beroepsbekwaamheden voor 11 bouwberoepen af. Voor alle andere gereglementeerde beroepen gebeurde dit al op 1 januari 2018.
Bouwunie pleitte voor een aanpassing van de vestigingswet. Want die is inderdaad verouderd. Door ze af te schaffen krijgen beunhazen vrij spel.
Bouwunie vraagt de regering volop in te zetten op sensibilisering en opleiding. Het niet meer moeten bewijzen van de beroepsbekwaamheid geeft het verkeerde signaal, alsof je zonder kennis van zaken kan starten. In de bouwsector blijven kwaliteit en veiligheid erg belangrijk.

Onze vestigingswet staat onder druk sinds de Europese richtlijn die bepaalt dat wie in het ene Europese land een gereglementeerd beroep mag uitoefenen, dat ook moet kunnen in een ander Europees land. “Het is toch al te gek dat we aan Vlaamse ondernemers strengere voorwaarden opleggen dan aan hun buitenlandse concurrenten”, zo luidt de redening. De Waalse en de Brusselse regering volgen deze redenering trouwens niet. Het afschaffen van de vestigingswet mag dan al deze discriminatie wegwerken, het maakt meteen ook komaf met de positieve effecten van een vestigingsregelgeving. En die zijn toch ook niet min.

Het doel van onze vestigingsregelgeving is dubbel. Ze moet de consument beschermen tegen charlatans, mensen die zonder enige kennis van zaken en vakmanschap het avontuur aangaan om als zelfstandige activiteiten uit te oefenen, met reëel risico op schade en verlies voor de consument. Anderzijds moet ze nieuwe ondernemers meer kans op succes geven. Deze twee doelstellingen zijn nog altijd actueel.

De vestigingsregelgeving is trouwens een minimale instapdrempel. Er is een dubbele toegangsmogelijkheid: ofwel een passend diploma, ofwel nuttige beroepservaring. Wie wil starten en zijn beroepskennis onvoldoende kan bewijzen maar de activiteiten wel degelijk kent, heeft nog het vangnet van de “centrale examencommissie”. Samengevat: een minimale voorkennis is geen drempel maar een noodzaak om te starten.

Een ander argument pro vestigingsregeling: er is vandaag voor de consument geen waardevol, betaalbaar en afdwingbaar alternatief. Labels, keurmerken enz. geven geen sluitende garantie op kwaliteitsvol werk én ze zijn duur en omslachtig. Private labels geven ook geen juridische stok achter de deur, zoals de vestigingswet met de sanctie van absolute nietigheid van een overeenkomst.

Bouwunie betreurt dus de afschaffing van de vestigingswet in de bouw waar voor heel wat beroepen een minimum aan beroepskennis absoluut noodzakelijk is. Dat het huidige systeem aan modernisering toe was, is zeker waar. Bouwunie was steeds bereid constructief mee te werken aan een moderne regelgeving waarin de twee oorspronkelijke doelstellingen (bescherming consument en succesvolle start voor nieuwe ondernemers) overeind bleven. Voor de Vlaamse regering was er maar één optie: afschaffen.

Bouwunie vraagt de regering met aandrang om nu volop in te zetten op sensibilisering en opleiding van ondernemers in spe.


De 11 gereglementeerde beroepen zijn: installateur-frigorist; ruwbouwactiviteiten; stukadoor-, cementeer- en dekvloeractiviteiten; tegel-, marmer- en natuursteenactiviteiten; dakwerkers- en waterdichtingsactiviteiten; plaatsen/herstellen van schrijnwerk – glazenmaker; algemeen schrijnwerk; eindafwerkingsactiviteiten; installatieactiviteiten voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair; elektrotechnische activiteiten; algemene aannemingsactiviteiten.