Bouwunie n.a.v. pleidooi Nationale Bank: Bouwers stimuleren en alternatieve woonvormen mogelijk maken

De Belgische woningmarkt doet het minder goed dan verwacht, zo blijkt uit het halfjaarlijks rapport van de Nationale Bank. De trend verslechtert nog. Ze ziet onder meer een verklaring in de duurdere materiaalprijzen en de gestegen hypotheekrente. Bouwunie, de bouworganisatie voor de Vlaamse zelfstandigen en kmo's, kan niet anders dat deze vaststelling te beamen. "Bij elke analyse, enquête of gesprek met woningbouwers de afgelopen maanden kwamen we tot dezelfde conclusie. Bouwen en verbouwen is niet alleen door de hoge bouwmateriaalprijzen en hoge rentevoet, maar ook door de hoge loonindexering vorig jaar gewoon duurder geworden. Daar moet niemand flauw overdoen. Nochtans hebben we nood aan extra woningen en een grondige renovatiegolf", zegt Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. "Als het aantal woningen niet stijgt, komen de betaalbaarheid en het aanbod van wonen alleen nog maar meer onder druk". Bouwunie ziet een aantal mogelijkheden.

In de eerste plaats denkt Bouwunie aan het verlaagd btw-tarief van 6 procent voor sloop en heropbouw zonder beperkingen. Daarnaast stelt de bouworganisatie voor om 15 procent van alle bouwuitgaven en -investeringen aftrekbaar te maken van het belastbaar inkomen met een plafond van 9.000 euro. Voorts blijven renovatie- en andere premies, subsidies of leningen nodig en die moeten nog versterkt worden. Andere mogelijkheden om het aanbod te vergroten krijgen volgens Bouwunie dan weer onvoldoende kansen omwille van strenge vergunningsprocedures of veelvuldige beroepsprocedures mede door emotionele bezwaren en het 'Not-In-My-Backyard"-syndroom (NIMBY). Bouwunie verwijst onder meer naar verdichting, inbreiding en alternatieve woonvormen zoals het opsplitsen van woningen, cohousing of tiny houses. De bouworganisatie pleit ervoor om RUP’s en verordeningen op alle niveaus maximaal op elkaar af te stemmen. En om afwijkingsmogelijkheden tot het absolute minimum te beperken. "Zodat inbreiding- en verwevingsprojecten alle kansen krijgen om effectief uitgerold te worden en niet zoals vandaag beperkt blijven tot theorie", besluit Waeytens.