Bouwunie over knelpuntberoepen: Meer inzetten op duaal leren en evolueren naar superbouwscholen

De bouwsector is zoals elk jaar jammer genoeg oververtegenwoordigd in de VDAB-lijst met knelpuntberoepen. “De bouw is en blijft een aantrekkelijke sector om in te werken. Je hebt werkzekerheid en je kan rekenen op heel wat extralegale voordelen en opleidingsmogelijkheden. Het is jammer dat niet meer mensen kiezen voor een job in de bouw. Want we hebben ze broodnodig”, reageert Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. De bouworganisatie ziet verschillende mogelijke manieren om de instroom in de sector te verhogen. Kiezen voor een 100% duaal leren voor bouwopleidingen is een eerste belangrijke. “Werkgevers zijn vragende partij. Jongeren die tijdens hun schoolloopbaan leren en werken combineren, komen met een pak meer werkervaring op de arbeidsmarkt. Scholen moeten niet langer investeren in de meest actuele infrastructuur, waardoor ze hun middelen elders kunnen inzetten. En de bouwopleidingen krijgen een opwaardering waardoor meer jongeren voor een bouwopleiding zullen kiezen”, aldus Waeytens. Bouwunie vraagt dan ook scholen die een duaal leertraject uitrollen niet langer te verplichten ook een voltijds leertraject in te richten. De bouworganisatie pleit daarnaast voor extra investeringen in het bouwonderwijs. Ten slotte is Bouwunie voorstander om het aantal bouwscholen te beperken en te evolueren naar zogenaamde superbouwscholen.

Vandaag investeert de bouwsector jaarlijks bijna 1,5 miljoen euro in het Belgisch bouwonderwijs. Dat geld gaat naar premies voor leerlingen die bouwonderwijs volgen, naar de lerarenopleidingen en ondersteuning van scholen die bouwvakonderwijsrichtingen organiseren. Een klein miljoen wordt nu verdeeld tussen de ruim 200 scholen in Vlaanderen. Door de middelen te centraliseren naar slechts enkele superbouwscholen en de leerlingen die er school lopen, spreken we niet meer over een paar duizend euro per bouwschool, maar wel over meer dan 100.000 euro per superbouwschool. Op die manier krijg je als vanzelf een hefboom tot meer kwalitatief onderwijs. En verhoog je in één beweging ook de aantrekkelijkheid van dat onderwijs. Bouwunie vergelijkt de superbouwscholen met kokscholen en topsportscholen. “Wil je kind kok worden of blinkt het uit in een sport, dan is het de normaalste zaak van de wereld dat je dat kind naar één van de gespecialiseerde scholen stuurt. Desnoods op internaat. Iedereen wil het beste voor zijn kind. Voor bouwopleidingen willen we datzelfde effect creëren. Wil je kind naar de bouw, dan zou het naar een gespecialiseerde school moeten gaan om in het beroepsleven de beste kansen te krijgen”, aldus Waeytens. Scholen die erkend willen worden, moeten uiteraard aan een aantal criteria voldoen. Geografische spreiding is belangrijk, net als moderne infrastructuur, bijscholingsmogelijkheden voor leerkrachten en een divers aanbod creëren. Elke provincie moet een totaalaanbod voor bouwopleidingen hebben, zodat iedereen in zijn eigen provincie naar een bouwschool kan.