Opnieuw triest record faillissementen in de bouw

In de eerste zes maanden van dit jaar gingen 1.342 bouwbedrijven failliet (bron: Statbel). Dat is 18,3 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. “De bouwsector heeft al maandenlang de bedenkelijke eer om het recordaantal faillissementen op zijn naam te schrijven”, reageert Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. Bouwunie ziet verschillende oorzaken. Zoals de vorig jaar sterk gestegen hypothecaire rente. “De lichte daling van dit jaar is nog niet van dien aard om de activiteit in de bouwsector opnieuw aan te zwengelen”, aldus Waeytens. Daarnaast verwijst de bouworganisatie naar de hoge weliswaar stabiliserende bouwmateriaalprijzen, de uitzonderlijke hoge loonindexatie in 2023 en de zwaar beperkte maatregelen voor sloop- en heropbouw. Maar naar ook het hoge aantal starters in de bouw in de jaren 2020-2021. “In de coronaperiode dachten heel wat mensen aan bouwen of verbouwen. Veel kandidaat-ondernemers zagen een gat in de markt en waagden de sprong. Maar starters hebben natuurlijk niet zoveel financiële reserves om op te boksen tegen minder goede tijden zoals de afgelopen periode”. Bovendien wijst Bouwunie erop dat een gebrek aan kennis van bedrijfsbeheer en kostprijsberekening nog steeds een belangrijke oorzaak van een faillissement is. Dat kennis van bedrijfsbeheer niet langer een vereiste is om te starten in de bouw, ziet de bouworganisatie dan ook met lede ogen aan. De bouwsector zit in zwaar weer, zoveel is duidelijk. Zeker de nieuwbouwmarkt. Bouwunie herhaalt daarom haar vraag naar een verlaagd btw-tarief op sloop en heropbouw zonder beperkende maatregelen. Om kandidaat (ver)bouwers een zetje in de goede richting te geven, dringt Bouwunie aan om een belastingvoordeel voor bouwers en verbouwers in te voeren. Concreet pleit ze ervoor om 15 procent van alle bouwuitgaven en -investeringen aftrekbaar te maken van het belastbaar inkomen.

Het belastingvoordeel bestaat eruit dat je als bouwer of verbouwer 15 procent van alle bouwuitgaven en -investeringen kan aftrekken van het belastbaar inkomen. Met een plafond van 7.000 euro per jaar en op voorwaarde dat je officiële facturen van aannemers kan voorleggen. Dus de maatregel geldt niet voor doe-het-zelvers. Voor energiebesparende uitgaven kan dat plafond verhoogd worden tot 9.000 euro. Een voorbeeld: je belastbaar inkomen is 30.000 euro. Na de belastingen blijft daar nog ongeveer 15.000 tot 20.000 euro van over. Deed je bouwuitgaven met een plafond van 7.000 euro, dan is je belastbaar inkomen geen 30.000 euro, maar 23.000. In plaats van 10.000 tot 15.000 euro belasting betaal je dan “maar” 6.500 tot 11.500 euro belasting. Ofwel een voordeel van 3.500 euro.